Sinds 1843 breidt het kunstpatrimonium stelselmatig uit, ook nu nog. Vooral beeldhouwwerken sieren de tuin.
Kratervaas (19de eeuw)
Een dergelijke zandstenen vaas versierd met mythologische figuren werd in de 19de eeuw vaak in tuinen aangebracht uit hang naar romantiek. De vaas staat waarschijnlijk al sinds 1937 in het perk ‘de Kleine tekening’ en verwijst naar de oorspronkelijke tuinaanleg.
Marieke Jaenen, kunsthistorica, schrijft in ‘Tuin-en Bouwhistorische onderzoek: Zoo Patrimonium’, een onuitgegeven studie ze in 2010 van de tuin maakte dat deze vaas misschien één van de laatste is van de tien vazen die de beeldhouwer Loos in 1845 voor de tuin maakte.
Borghèse vaas (19de eeuw)
De Borghèse vaas is een 19de-eeuwse kopie in brons van de beroemde 17de-eeuwse ‘Borghèse vaas’ uit het Louvre. De reliëfs op de vaas verwijzen naar de functie die deze vaas had in de Klassieke Oudheid, namelijk het mengen van wijn.
De vaas werd geschonken door Ernest Vanderlinden, die van 1915 tot 1932 bestuurslid van de dierentuin was. Ze staat in het midden van ‘de Grote tekening’, een aangelegde mozaïekbeplanting, zoals in de antieke tuinen uit de 17de eeuw.
Indiaanse jager terugkerend van de jacht (1865)
Dit beeld van kunstenaar Josef Geefs, werd geschonken door de eerste directeur van de dierentuin Jacques Kets. Het beeld stond oorspronkelijk voor zijn woning, de Zwitserse Chalet, en is één van de oudste beelden in de dierentuin. Het beeld is nu te bewonderen voor het Aquarium en reptielengebouw.
Indiaanse ruiter aangevallen door twee jaguars (1869)
Dit beeld van kunstenaar Josef Geefs behoort samen met het beeld ‘Indiaanse jager terugkerend van de jacht’ tot de oudste beelden van de ZOO en bevindt zich nog steeds op ‘de Congogazon’ waar het in 1869 werd geplaatst. Het werd geschonken door Jacques Vekemans, de tweede directeur van de dierentuin.
Arend met gespreide vleugels (1894)
Het beeld bevindt zich bovenop het voorportaal van het Vogelpaleis dat ontworpen werd door Emile Thielens. Over de maker van het beeld is weinig teruggevonden.
‘Kaketoe in krans’ en ‘Papegaai in krans’ (1894)
Deze glasmozaïeken in de voorgevel van het Vogelpaleis werden door Henri Verbuecken ‘vrijblijvend’ gemaakt als een soort van kandidatuurstelling als schilder-decorateur bij de beheerraad.
Prometheus geketend aan de rots (1895)
Dit beeld van kunstenaar Jef Lambeaux werd in 1896 door de nazaten van Joseph Van Bellingen, oud schepen van de stad Antwerpen en één van de eerste leden van de KMDA geschonken en in de tuin geplaatst. Het beeld staat sinds 1938 aan de achterzijde van het Vogelpaleis.
Charles Darwin met allegorische figuur (1898)
Dit beeld van kunstenaar Jef Lambeaux is één van de eerste monumenten ter ere van Charles Darwin. Het getuigt van de progressieve en open geest die de KMDA in 1898 al had.
De twee boeken waarop het borstbeeld rust, verwijzen naar de spraakmakende boeken die Darwin over de evolutietheorie schreef. De blik van de naakte vrouw, die symbool staat voor de Waarheid is naar de feestzalen gericht omdat daar destijds het natuurhistorisch museum was ondergebracht.
De Kameeldrijver (1900-1901)
Dit beeld van kunstenaar Josué Dupon, dat 3 ton weegt en 5 meter hoog is, werd reeds voorzien in het ontwerp van Emile Thielens, met dit verschil dat de drijver naast de kameel liep.
Het beeld, dat boven de ingang uittorent, staat symbool voor de verheven doelstellingen van de KMDA: het harmonisch samenleven van mens en dier.
Aan’t bad verrast (1901)
Het bronzen beeld ‘Aan’t bad verrast’ van Alphonse Van Beurden toont twee naakte jongens op een rotspartij die worden verrast door een slang. De ene klampt zich doodsbang vast, de andere tracht de slang met een tak te verjagen. Deze beeldengroep stond lange tijd bij het Runderengebouw. De oorspronkelijke locatie, in de Wintertuin, werd in 1985 ontdekt op een postkaart van 1901. In 2016 werd het beeld teruggebracht naar zijn oorspronkelijke plek.
‘Twee gieren op olifantenkop’ (1902) en ‘Twee kroeskoppelikanen op de boeg van een scheepswrak’ (1903)
Emile Thielens voorzag in zijn ontwerp voor de Inkompaviljoenen twee leeuwen op de daken, omdat op dat moment waarschijnlijk nog niet beslist was welke beelden er zouden komen.
Deze bronzen beelden van Josué Dupon werden in 1904 op de daken geplaatst.
‘Felis tigris’ en ‘Felis leo’ (1903)
Deze goudmozaïeken aan weerszijden van de inkom van de ZOO werden in het ontwerp van Emile Thielens uit 1898, waarbij Emiel Van Averbeke waarschijnlijk betrokken was, reeds voorzien.
Ze werden in het atelier van Henri Verbuecken gemaakt.
Zittend everzwijn
Dit beeld is een, vermoedelijk 19de -eeuwse, kopie van het beeld ‘Porcellino’ van Pietro Tacca uit 1612 en werd in 1927 geschonken door Maurice Gevers-Grisar, voormalig voorzitter van de KMDA. Sinds 1937 staat het aan de Stal voor bizons.
‘Zittend jachtluipaard’ en ‘Stappend jachtluipaard’ (voor 1929)
Deze bronzen beelden van kunstenaar Albéric Collin werden in 1953 door de beeldhouwer zelf geschonken. Ze maken deel uit van de rijke animalierkunstcollectie van de KMDA.
Ze staan respectievelijk aan het Grand Café Flamingo en op ‘de Leeuwengazon’.
Leeuwenbeelden (1876)
Deze vier Leeuwenbeelden van kunstenaar Alphonse Van Beurden flankeerden beide in-en uitgangen van het Leeuwenpaleis dat Charles Servais in 1876 ontwierp. Tijdens de Tweede Wereldoorlog raakte dit verblijf zwaar beschadigd en in 1966 werd het afgebroken. De beelden werden verplaatst naar de twee dienstingangen en in 1993 bij het 150- jarig bestaan van de ZOO naar de hoofdingang. Sinds 2016 staan ze aan de leeuwen, als verwijzing naar de plaats van het Leeuwenpaleis.
Gietijzeren zuil en kapiteel (1883)
De gietijzeren zuil en het kapiteel die zich naast de ingang van de Wintertuin en het Kleine apengebouw bevinden, zijn restanten van het Apenpaleis dat in 1883 naar ontwerp van Charles Servais werd opgetrokken.
Het Apenpaleis raakte zeer zwaar beschadigd tijdens de Tweede Wereldoorlog en werd in de jaren ’50 hersteld en gerestaureerd. In 1973 werd het gebouw afgebroken voor de bouw van het Kleine apengebouw.